Tweede Kamer: verkeersboete niet meteen fors verhogen

Thierry de Graaf



Volgens SP-Kamerlid Michiel van Nispen worden boetes gebruikt als verdienmodel door de overheid terwijl ze juist de verkeersveiligheid moeten bevorderen. “Dat verdienmodel zie je goed terug in de aanmaningen en incassokosten die je krijgt als de boete niet op tijd wordt betaald.”

Anderhalf keer zo hoog

Dat zit zo. Bij een verkeersboete heeft de ontvanger acht weken de tijd om te betalen. Betaalt de ontvanger de boete niet op tijd, dan stuurt het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) een aanmaning. Die is anderhalve keer het oorspronkelijke bedrag. Een boete van 50 wordt dus 75 euro.

Bij de tweede aanmaning is dat zelfs drie keer het oorspronkelijke bedrag:  een boete van 50 wordt dan dus 150 euro.
 

“Mensen kunnen financieel diep in de problemen komen door dit soort praktijken. Dat moeten we echt niet willen”, zegt Kamerlid Van Nispen.

84 procent van de mensen die een boete krijgt, betaalt op tijd.  Maar 16 procent dus niet, blijkt uit cijfers van het CJIB. De SP komt met een voorstel voor deze laatste groep. En dat voorstel lijkt een Kamermmeerderheid te gaan halen. 

“We willen twee dingen. In de eerste plaats willen we dat als je de de eerste keer niet betaalt je een kostenloze betaalherinnering krijgt. Dat vinden we heel erg redelijk. Dus die herinnering kost niet direct een smak met geld.”

Minder incassokosten

Het tweede voorstel: “Als er vervolgens niet betaald wordt en er komen toch incassokosten om de hoek kijken, verhoog de boete dan met een redelijk bedrag. Bijvoorbeeld 15 procent van de hoofdsom.” 

Het voorstel wordt gesteund door in ieder geval GroenLinks-PvdA, NSC en DENK. Van Nispen denkt zelfs dat een Kamermeerderheid wordt gehaald: “Laten we duidelijk zijn: boetes horen betaald te worden, maar we hoeven niet heel te verdienen op mensen die het vergeten zijn of tijdelijk niet in staat zijn om de boete te betalen.”



Website

Lees ook deze artikelen

Leave a Comment