De Britse studie is het vervolg op een eerder onderzoek naar een mutatie in een gen dat POMC genoemd wordt. Dit gen speelt een cruciale rol in het hongergevoel en energieverbruik. Niet alleen bij mensen, maar dus ook bij honden.
In het onderzoek onder 87 volwassen labradors werd de mutatie bij een op de vier dieren gevonden. Bij de flatcoated retriever komt het nog vaker voor, namelijk in tweederde van de gevallen.
‘Worst in een doos’-test
De wetenschappers onderwierpen de 87 labradors – met een gezond gewicht of matig overgewicht – aan verschillende testen. Een van de onderdelen was de ‘worst in de doos’-test. Voorafgaand aan deze test kregen de honden iedere twintig minuten een nieuw blik hondenvoer, tot ze niet meer wilden.
De honden aten allemaal grote hoeveelheden, maar de labradors met het POMC-gen aten niet meer dan hun soortgenoten zonder het gen. Volgens de onderzoekers toont dit aan dat ze allemaal vol zijn na eenzelfde hoeveelheid eten.
Op een andere dag kregen de dieren een standaard hoeveelheid ontbijt. Drie uur later kregen ze een worstje in een doos voorgezet. De doos was gemaakt van doorzichtig plastic en het deksel was geperforeerd zodat de labradors de worst wel konden zien en ruiken, maar niet konden eten. De onderzoekers zagen dat de honden met de POMC-mutatie aanzienlijk meer moeite deden om de doos open te krijgen, wat wijst op grotere honger.
De dieren mochten vervolgens een dutje doen in een kamer waarin de gassen werden gemeten die ze uitademden. Hieruit bleek dat de labradors met de POMC-mutatie ongeveer 25 procent minder calorieën verbranden dan de dieren zonder mutatie.
Meer moeite
Volgens hoofdonderzoeker dr. Eleanor Raffan laat het onderzoek zien dat honden, net als mensen, genen hebben die de interesse in eten en de stofwisseling beïnvloeden. “Als we genetische kaarten krijgen waardoor we honger krijgen of altijd willen eten, kost het meer moeite om slank te blijven”, zei ze tegen de BBC.
De baasjes van labradors met de POMC-mutatie moeten volgens de wetenschapper daarom ‘bijzonder streng’ zijn bij het voeren en trainen van hun dier.
Wat een gezond gewicht is voor een labrador is afhankelijk van de grootte en of het een reu of een teefje is. Een volwassen vrouwtje weegt doorgaans tussen de 25 en 32 kilo, een mannetje tussen de 27 en 37 kilo.
Op de weegschaal
Uit recent onderzoek van het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG) blijkt dat labradors niet de enige honden zijn die kampen met overgewicht, bijna de helft van de Nederlandse viervoeters is te zwaar. Dierenarts Piet Hellemans adviseert daarom aan om je hond iedere twee weken op de weegschaal te zetten en er regelmatig mee te wandelen. Want het POMC-gen of niet, daar wordt iedereen beter van.