De burgemeester roept mensen op die getuige of slachtoffer zijn geweest van antisemitische en andere strafbare uitingen zich te melden. “Het Openbaar Ministerie spant zich in om ook achteraf beschikbaar gestelde beelden te beoordelen op strafbaarheid. Ook als iemand nog aangifte doet, zal het Openbaar Ministerie die aangifte vanzelfsprekend met voorrang beoordelen”, schrijft ze.
De opening van het museum ging gepaard met protesten die waren gericht tegen de aanwezigheid van de Israëlische president Isaac Herzog. De ME moest op enig moment ingrijpen, zoals op deze beelden te zien is:
De demonstranten waren binnen te horen tijdens de openingsplechtigheid, maar overstemden volgens Halsema de sprekers niet. Ook waren de leuzen die geroepen werden niet verstaanbaar. Halsema noemt ze wel ‘kwetsend en onbeschoft’ en schrijft dat ze door aanwezigen als intimiderend zijn ervaren.
“Tijdens de opening kwamen gruwelijke herinneringen en hedendaags verdriet samen. Dat schuurde en deed pijn maar het hoort ook onvermijdelijk bij een vrije democratie”, aldus Halsema.